Vocabulaire_3_2

  1. baat hebben bij
    beneficiarse de

    Deze groep is kleiner dan gewone gropen op een bassischool. Deze kinderen hebben baat bij individuele aandacht.

    De patiënt had veel baat bij het medecijn.

    Sinds ik sport, voel ik beter. Ik heb er baat bij.
  2. dankzij
    gracias a

    Het was op koninginnedag gezellig druk in de stad, dankzij het mooie weer.

    • Dankzij jou hebben we toch gewonnen.
    • Dankzij jouw help, ben ik klaar aangekomen.
    • Dankzij mijn regenjas, blif ik droeg.
    • Dankzij mijn vakantiegeld, ga ik naar Costa Rica.
  3. de invloed
    influencia

    • Heeft het weer infloed op jouw stemming? Voel jij je somber als het regent?
    • Er is een negatieve infloed van de mens op het milieu.
    • Het Nederlandse eten heeft Americanse infloed.
  4. ontkennen
    negar, desmentir,

    Hoewel meerdere mensen hem die avond in de discotheek hadden gezien, ontkende hij alles. Hij zei dat hij zelfs nog nooit in die discotheek was geweest.

    • De man otkende dat hij het slachtoffer had geslagen.
    • De dief ontkende de feiten.
  5. verstrekken
    facilitar, suministrar, proporcionar

    Je hoeft ggen brood mee te nemen. Hier staat dat de organisatie lunchpakketten voor de delnemers verstrekt.

    De politie kon de journalistes geen informatie verstrekken over de oorzaak van het ongeluk.

    Door het leger werd eten en drinken verstrekt aan de mensen.

    Na de tsunami verstrekken alle landen medische hulp.
  6. achterhaald
    anticuado

    Ik vind het koninghuis achterhaald. Zoiets met prinsen en prinsessen is toch niet van deze tijd?

    Draag je en jas van jou opa? Ik vind het helemaal achterhaald.

    Min baas heeft achterhaalde ideeën over werkende vrouwen.
  7. behouden
    conservar, guardar, mantener

    In dit museum zie je allerlei dingen uit het dagelijks leven die het waard zijn om te behouden.

    Stijn is erg veranderd na zijn ziekte, maar zijn vriendelijke lach heeft hij behouden.

    Jurgen behoudt een oude kerststal van zijn opa.
  8. verprutsen
    estropear, hechar a perder

    Ik vroeg of zij mijn gordijnen korter kon maken, maar ze heeft ze helemaal verprutst. De gordijnen hangen nu scheef, en aan een kant zijn ze nog te lang.

    Ik heb de verrassing versprutst omdat Petra heeft gehoor dat we een veest gaan geven voor haar verjaardag.
  9. vooralsnog
    de momento, por el momento

    Voor de monarchie ziet de toekomst er vooralsnog goed uit. Ik verwacht de erste tijd weinig veranderingen.

    Ik blijf vooralsnog in mijn werk, na mijn studies ga ik een andere ban zoeken.

    Ze is vooralsnog van plan om vier dagen per week te gaan werken.
Author
erre
ID
72284
Card Set
Vocabulaire_3_2
Description
Vocabulaire Nederlands op niveau
Updated