Home
Flashcards
Preview
onregelmatige werkwoorden
Home
Get App
Take Quiz
Create
beißen
bijten
beet
gebeten
beleiben
blijven
bleef
gebleven
greifen
grijpen
greep
gegrepen
gleiten
glijden
gleed
gegleden
schauen
kijken
keek
gekeken
bekommen
krijgen
kreeg
gekregen
leiden
lijden
leed
geleden
scheinen
lijken
leek
geleken
meiden
mijden
meed
gemeden
fahren, reiten
rijden
reed
gereden
scheien
schijnen
scheen
geschenen
schreiben
schrijven
schreef
geschreven
schneiden
snijden
sneed
gesneden
steigen
stijgen
steeg
gestegen
streichen, bügeln
strijken
streek
gestreken
verschwinden
verdwijnen
verdween
verdwenen
vergleichen
vergelijken
vergeleek
vergeleken
zeigen
wijzen
wees
gewezen
schweigen
zwijgen
zweeg
gezegen
beginnen
beginnen
begon
begonnen
binden
binden
bond
gebonden
trinken
drinken
dronk
gedronken
zwingen
dwingen
dwong
gedwongen
klettern
klimmen
klom
geklommen
klingen
klinken
klonk
geklonken
schrumpfen
krimpen
kromp
gekrompen
erschrecken
schrikken
schrok
geschrokken
springen
springen
sprong
gesprongen
ausdenken
verzinnen
verzon
verzonnen
finden
vinden
vond
gevonden
gewinnen
winnen
won
gewonnen
singen
zingen
zong
gezongen
sinken
zinken
zonk
gezonken
bieten
bieden
bood
geboden
genießen
genieten
genoot
genoten
gießen
gieten
goot
genoten
wählen
kiezen
koos
gekozen
lügen
liegen
loog
gelogen
schießen
schieten
schoot
geschoten
fliegen
vliegen
vloog
gevlogen
beten
bidden
bad
gebeden
liegen
liggen
lag
gelegen
sitzen
zitten
zat
gezeten
brechen
breken
brak
gebroken
nehmen
nemen
nam
genommen
sprechen
spreken
sprak
gesproken
stechen
steken
stak
gestoken
stehlen
stelen
stal
gestolen
essen
eten
at
gegeten
geben
geven
gaf
gegeven
lesen
lezen
laz
gelezen
messen
meten
mat
gemeten
vergessen
vergeten
vergat
vergeten
gelten
gelden
gold
gegolden
schenken
schenken
schonk
geschonken
treffen
treffen
trof
getroffen
ziehen
trekken
trok
getrokken
kämpfen
vechten
vocht
gevocheten
senden
zenden
zond
gezonden
schwimmen
zwemmen
zwom
gezwommen
verderben
bederven
bedierf
bedorven
helfen
helpen
hielp
geholpen
sterben
sterven
stierf
gestorven
werfen
werpen
wierp
geworpen
biegen
buigen
boog
gebogen
riechen
ruiken
rook
geroken
schließen
sluiten
sloot
gesloten
tragen
dragen
droeg
gedragen
hängen
hangen
hing
gehangen
lassen
laten
liet
gelaten
laufen
lopen
liep
gelaten
rufen
roepen
riep
geroepen
rasieren
scheren
schoor
geschoren
schlafen
slapen
sliep
geslapen
fallen
vallen
viel
gevallen
fangen
vangen
ving
gevangen
fahren
varen
voer
gevaren
bewegen
wegen
woog
gewogen
tun
doen
deed
gedaan
gehen
gaan
ging
gegaan
halten
houden
hield
gehouden
kommen
komen
kwam
gekomen
schlagen
slaan
sloeg
geslagen
stehen
staan
stond
gestaan
verlieren
verliezen
verloor
verloren
wissen
weten
wist
geweten
frieren
vriezen
vroor
gevroren
sehen
zien
zag
gezien
backen
bakken
bakte
gebakken
bringen
brengen
bracht
gebracht
denken
denken
dacht
gedacht
heißen
heten
heette
geheten
kaufen
kopen
kocht
gekocht
lachen
lachen
lachte
gelachen
raten
raden
ried
geraden
scheiden
scheiden
scheidde
gescheiden
fragen
vragen
vroeg
gevraagd
waschen
wassen
waste
gewassen
sagen
zeggen
zei
gezegd
suchen
zoeken
zocht
gezocht
Author
gosebi
ID
331263
Card Set
onregelmatige werkwoorden
Description
Nederlands verbs
Updated
2018-01-28T11:19:23Z
Show Answers
Home
Flashcards
Preview