-
Non modo ... sed etiam
Niet alleen ... maar ook
-
-
In + acc
Naar, naar binnen
-
A(b) + abl.
- 1. Weg van, van(af)
- 2. Door (toedoen van)
-
-
-
-
-
-
Scelus, scelerus (onz.)
Misdaad
-
In animo habeo (habēre)
Van plan zijn
-
-
Imperator, imperatoris
Opperbevelhebber
-
Perduco, perduxi (perducęre)
Brengen tot/naar
-
Trado, tradidi (tradęre)
Overgeven, uitleveren, overleveren
-
Ex, e + abl.
Uit, van(uit), vanaf
-
Civitas, civitatis (vrl)
Staat, burgerij
-
Potestas, potestatis (vrl)
-
-
-
-
-
Expello, expuli (expellęre)
Verdrijven
-
Ago, egi (agęre)
- 1. Voeren, drijven
- 2. Doen, verrichten
- 3. (Be) handelen
|
|