-
-
-
-
-
-
-
-
Uxor, uxorem
Vrouw, echtgenote
-
-
-
-
-
-
Quoque
Ook (quoque benadeukt het woord waar het achter staat)
-
-
Sedet
(Hij, zij, het) zit
-
-
Habet
(Hij, zij, het) heeft, houdt
-
-
Servo, servavi (servare)
(Hij, zij, het) beschermt, bewaart, behoudt
-
-
Timet
(Hij, zij, het) vreest, is bang (voor)
-
-
Mittit
(Hij, zij, het) zendt, stuurt
-
Defendit
(Hij, zij, het) verdedigt, beschermt
-
-
Regnat
(Hij, zij, het) heerst, regeert
-
-
-
Amat
(Hij, zij, het) houdt van
-
Relinquit
(Hij, zij, het) verlaat, laat achter
-
Pervenit
(Hij, zij, het) komt aan, bereikt
-
-
Vincit
(Hij, zij, het) overwint
-
-
-
Habitat
(Hij, zij, het) (be)woont
-
-
-
Curat
(Hij, zij, het) zorgt voor, verzorgt
|
|