-
-
ό στρατηγος
Legeraanvoerder
-
παρεισιν
(Zij) zijn aanwezig
-
-
-
τα όπλα (onz. mv.)
Wapens
-
... τε και ...
En (verbindt twee woord(groep)en nauw met elkaar)
-
χαιρω + dat
Blij zijn met, zich verheugen ovet
-
παυω
(Doen) stoppen, (doen) ophouden
-
κωλυω (+ inf)
Verhinderen, beletten (om)
-
-
-
ουδε
- 1. En niet, maar niet
- 2. Ook niet, zelfs niet
-
εχθρος + dat
Gehaat bij, vijandig aan
|
|