Dutch 2

  1. third
    drede
  2. last night
    (de) afgelopen nacht
  3. day after tomorrow
    overmorgen
  4. last week
    afgelopen week
  5. weekend
    weekend
  6. daily
    dagelijks
  7. weekly
    wekelijks
  8. january
    januari
  9. February
    februari
  10. March
    maart
  11. April
    april
  12. May
    mei
  13. June
    juni
  14. July
    juli
  15. August
    augustus
  16. September
    september
  17. October
    Oktober
  18. November
    november
  19. December
    december
  20. month
    maand
  21. year
    jaar
  22. last year
    het afgelopen jaar
  23. monthly
    maandelijks
  24. yearly
    jaarlijks
  25. winter
    de winter
Author
rgary
ID
24239
Card Set
Dutch 2
Description
vocab
Updated