-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Papa est content?
Is papa tevreden?
-
Maman est contente?
Is mama tevreden?
-
-
-
-
la salle d'informatique
het informaticalokaal, het ICT-lokaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
un professeur de maths
een wiskundeleraar
-
-
-
Madame, Mesdames
Mevrouw, Mevrouwen (aanspreektitel)
-
-
-
le néerlandais
Nederlands
-
-
-
Il donne une liste à Lauranne
Hij geeft een lijst aan Lauranne
-
-
-
-
-
nous étudions beaucoup de vocabulaire
Wij studeren veel woordenschat
-
-
un vocabulaire
een woordenschat
-
Tu travailles beaucoup en classe.
Jij werkt veel in de klas
-
-
un ordinateur
een computer
-
|
|