The flashcards below were created by user
celine
on FreezingBlue Flashcards.
-
-
-
hoofdweg, hoofdstraat
la Avenida Principal
-
laan, boulevard
la avenida (Avda.)
-
vliegveld, luchthaven
el aeropuerto
-
supermarkt
el supermercado
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Er is van alles.
Hay de todo.
-
-
schone kunsten
las Bellas Artes
-
-
-
-
-
de/het grootste
el/la más grande
-
-
hoofdweg in Mexico-Stad
el Paseo de la Reforma
-
Mexico-Stad
México D.F. (Distrito Federal)
-
Is het waar dat...?, Klopt het dat...?
Es verdad que...?
-
-
-
(milieu-)vervuiling
la contaminación
-
ja natuurlijk
claro que sí
-
-
ongeveer 20 miljoen inwoners
unos veinte millones de habitantes
-
inwoner/inwoonster
el/la habitante
-
-
-
-
-
-
Zijn er mensen die in Mexico willen wonen?
Hay gente que quiere vivir en Mécico?
-
-
fantastisch
fantástico/-a
-
-
indrukwekkend
impresionante
-
misschien, wellicht
quizás
-
de grootste stad ter wereld
la ciudad más grande del mundo
-
-
culturele activiteiten
las actividades culturales
-
restaurant
el restaurante
-
-
net als overal
como en todas partes
-
-
-
meer tegenstelling dan in Europa
más contrastes que en Europa
-
tegenstelling
el contraste
-
-
want..., ... namelijk
es que ...
-
Mexicaan(se)
el/la mexicano/-a
-
-
Mexico is uniek!
Como México no hay dos!
-
bijvoeglijk naamwoord
el adjetivo
-
-
-
met veel tegenstellingen
de muchos contrastes
-
-
bekijk, kijk naar
mire (inf: mirar)
-
een plaats om de stress te ontvluchten
un lugar para escapar del estrés
-
ontvluchten, vluchten (voor)
escapar (de)
-
-
-
-
-
-
in de buurt van, nabij
cerca de
-
-
-
-
-
-
-
sympathiek, aardig
simpático/-a
-
-
-
-
-
-
Hoe kom je er?
Cómo llegar?
-
-
over de snelweg
por la carretera nacional
-
-
-
plaatselijk, lokaal
local
-
-
het strand ligt op 14 kilometer afstand
la playa está a 14 kilómetros
-
-
-
Ja, dat is er.
Sí, sí hay.
-
Nee, dat is er niet
No, no hay.
-
-
vul aan
complete (inf: completar)
-
-
-
-
-
ik houd van..., ik vind ... leuk/mooi/lekker
me gusta...
-
-
Vind je reizen leuk?
Te gusta viajar?
-
Houdt u van musea?
Le gustan los museos?
-
-
Dat hangt ervan af.
Depende.
-
Nee, helemaal niet.
No, nada.
-
-
-
Spaans leren
estudiar español
-
familiefeest
la fiesta familiar
-
-
volksmuziek
la música folclórica
-
-
-
Waar houdt hij/zij van?
Qué le gusta? (inf: gustar)
-
-
-
-
-
-
alstublieft, alsjeblieft
por favor
-
-
-
Luister.
Oiga. (inf: oír)
-
Pardon.
Perdone. (inf: perdonar)
-
Waar is...?
Dónde está...?
-
zijn, zich bevinden
estar (yo estoy)
-
(heel) dichtbij
(muy) cerca
-
-
-
-
hier in de buurt
por aquí
-
-
Een ogenblik.
Un momento.
-
-
U moet ... volgen
Tiene que seguir...
-
moeten
tener que (yo tengo, ie)
-
vervolgen, volgen, doorgaan
seguir (i)
-
-
parkeerplaats
el aparcamiento
-
kunstmuseum
el Museo de Arte
-
Hoe kom ik bij ...?
Para ir a...?
-
-
busstation
la estación de autobuses
-
-
-
U moet ... nemen
tiene que tomar...
-
de eerste straat rechts
la primera calle a la derecha
-
-
-
bij het verkeerslicht
en el semáforo
-
linksaf slaan
girar a la izquierda
-
links, linksaf
a la izquierda
-
-
-
mejuffrouw, jongedame
la señorita
-
Ik kom hier niet vandaan.
No soy de aquí.
-
Spaanse spoorwegen
RENFE (Red Nacional de Ferrocarriles Españoles)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
telefooncel
la cabina telefónica
-
-
-
-
-
een van de beroemdste
una de las más famosas
-
-
joodse wijk
el barrio judío
-
de straat die langs .. gaat
la calle que pasa por...
-
stadhuis, gemeentehuis
el ayuntamiento
-
rechtdoor gaan
seguir (i) todo recto
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
rijk aan tradities, traditioneel
tradicional
-
de tweede (straat)
la segunda (calle)
-
de derde (straat)
la tercera (calle)
-
-
-
-
-
-
juist, correct
correcto/-a
-
-
-
kengetal
el prefijo (telefónico)
-
Hoeveel kilometer is het?
Cuántos kilómetros hay?
-
Waar gaat u naartoe?
Adónde va?
-
-
-
station, halte
la estación
-
-
eindstation
la (estación) terminal
-
-
studentenstad, campus
la ciudad universitaria
-
-
-
-
in de richting
en dirección a
-
dierentuin
el zoo(lógico)
-
-
Juist of onjuist?
Correcto o falso?
-
vergelijk
compare (inf: comparar)
-
-
-
met de auto/trein gaan
ir en coche/tren
-
-
-
ketting, kettingoefening
la cadena
-
-
-
deze toeristen
estos turistas
-
-
direct, zonder overstap
directo
-
-
-
-
Interesseert u zich voor...?
Le ineteresa...? (inf: interesar)
-
informatie
la información
-
-
-
schrijf
escriban (inf: escribir)
-
-
Lieve/Beste...
Querido/-a...
-
cursist(e) Spaans
el/la estudiante de español
-
VVV
la oficina de turismo
-
-
verschillende
diferente(s)
-
-
-
instructie, aanwijzing
la instrucción
-
hartelijke groeten
cordiales saludos
-
|
|