-
-
-
de snackbar
die Imbissbude(n)
-
heb je zin
Hast du Lust..?
-
-
-
-
graag hebben/graag doen
mögen
-
-
-
-
-
-
-
het voorgerecht
die Vorspeise(n)
-
het hoofdgerecht
das Hauptgericht(e)
-
het nagerecht
die Nachspeise(n)
-
het dessert
Das Dessert(s)
-
de specialiteit
die Spezialität(en)
-
het smaakt goed
Es schmeckt gut
-
de gezelligheid
die Gemütlichkeit
-
-
-
de spijskaart
die Speisekarte
-
-
de groente
das Gemüse (-)
-
-
-
-
-
de bloemkool
der Blumenkohl
-
de aarappel
die Kartoffel(n)
-
-
-
het gebak, de taart
der Kuchen (-)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
is alles naar wens?
Ist alles nach Wunsch?/ Ist es Ihnen recht?
-
ja, het is lekker.
Ja, es ist lecker
-
de roastbeef smaakt zeer goed
Der Rostbraten schmeckt sehr gut
-
de vis is uitstekend
der Fisch ist ausgezeichnet.
-
de wijn is voortreffelijk/uitstekend
Der Wein ist hervorragend
-
neen, de soep is te koud, zout
nein, die Suppe ist zu kalt/zu salzig
-
neen, het vlees is te hard gebakken
Nein, das Fleisch ist zu hart gebacken
-
ober, er ontbreekt nog een bord met sla
Herr Ober, es fehlt noch ein Salatteller
-
kan ik het gebraad ook met frieten hebben
Kann ich den Rostbraten auch mit Pommes haben?
-
vanzelfsprekend!/natuurlijk!
Selbstverständlich!
-
-
gezondheid!/Proost!
Zum Wohl!/Prost!
-
Dank u. Eveneens/ ingelijks
Danke, gleichfalls
-
-
-
ik zou graag betalen
zahlen bitte
-
de rekening a.U.B
die Rechnung bitte
-
alles samen of apart? (rekening)
Zusammen oder getrennt
-
-
het ontbijt
das Frühstück
-
het middageten
das Mittagessen
-
het avondeten
das Abendessen
-
-
-
-
-
de confituur
die Konfitüre
-
-
-
-
het mineraalwater
das Mineralwasser
-
het fruitsap
der Fruchtsaft (¨e)
-
-
-
de chocolade
die Schokolade
-
wat eetje bij het ontbijt
bij het middagmaal
bij het avondeten?
- was isst du zum Frühstück?
- zum Mittagessen?
- zum Abendessen?
-
-
-
-
-
-
-
-
-
|
|
