-
de zaak waarover we hebben gepraat
that matter we talked about
-
het project waaraan we hebben gewerkt
the project on which we worked (grammatically correct)
-
de zaak waar we aan hebben gewerkt
the project on which we worked (spoken language)
-
dat boek waar we gisteren zo lang over hebben gepraat
the book we talked about for such a long time yesterday (spoken language)
-
heb je met the computer gewerkt? Ja ik heb ermee gewerkt
did you work with the computer? Yes, I worked with it.
-
heb je van dit sausje geproefd? Ja ik heb ervan geproefd.
have you tasted this sauce? Yes, I tasted it.
-
ik werk er hard aan.
I am working hard on it.
-
ik heb er veel over gehoord.
I heard a lot about it.
-
ik ben er tevreden mee.
I am satisfied with it.
-
ga je morgen met de computer werken? ja, ik ga er morgen mee werken.
will you work with the computer tomorrow. Yes I will work with it tomorrow.
-
ga je met de computer werken? Nee, ik ga er niet mee werken.
will you work with the computer? No, I won't work with it.
-
-
een hekel hebben aan
to dislike
-
vertrouwen op
to trust in
-
-
-
-
om eerlijk te zeggen
to be honest
-
-
vergeleken met
compared to/with
-
-
-
Zodra ik klaar ben, kom ik even langs
As soon as I am ready, I will come
-
Hoewel he jong is, is Hij erg rijk
Although he is young , he is rich.
-
qua
as far as ... goes; in terms of.
-
-
-
|
|