5 EO.txt

  1. beloven
    to promise.
  2. u hoeft niet lang te wachten.
    you don't have to wait for long.
  3. wij vergeten boodscheppen te doen.
    we are forgetting to do shopping.
  4. hij staat te wachten.
    he is waiting.
  5. ik durf niet te kijken.
    I dare not look.
  6. ik weiger dat te geloven.
    I refuse to believe.
  7. vergeet niet je wisselgeld mee te nemen.
    don't forget to take small change with you.
  8. ik ga naar de supermarkt om boodschappen te doen.
    I am going to the supermarket to do shopping.
  9. zoveel werk om alles klaar te maken.
    it's a lot of work to get everything ready.
  10. ik heb zin om naar huis te gaan.
    I feel like going home.
  11. hebben jullie zin om zaterdag te komen.
    do you feel like coming on saturday?
  12. ik heb zin in koffie.
    I feel like a coffee.
  13. iets lekkers
    something tasty
  14. niets moois
    nothing nice
  15. grammar: de->hem,het->het,plural->ze; but het is used only for objects, not people.
    grammar rule
  16. hebt bereikt
    have achieved
  17. aangeven
    to indicate
  18. de vaardigheid
    skill
  19. onderhandelen
    to negotiate
  20. kun je effectief communiceren? ik kan dat heel erg goed OR ik ben daar erg goed in.
    can you communicate effectively? I can do that really well OR I am good at it.
  21. ik vraag me af of ik naar die cursus zal gaan
    I wonder if I should go to the course.
  22. weet je of hij effectief kan communiceren?
    do you know if he can communicate effectively?
  23. aanpakken
    to tackle
  24. de baas
    boss
  25. het nadeel
    disadvantage
  26. het lijkt een logische stap dat ik op zijn baan solliciteer.
    it feels like a logical step that I apply for his job.
  27. je staat voor een aantal moeilijke beslissingen.
    you are facing a number of difficult decisions.
  28. Eerst moet je jezelf een aantal vragen stellen.
    first you must answer yourself a number of questions.
  29. je zegt niet of de baan je wel aantrekt.
    you are not saying if the job is appealing you.
  30. misschien kun je nu extra taken aannemen.
    perhaps you can take some extra tasks now.
  31. opstappen
    to leave a job
  32. er (nog niet) aan toe zijn om
    (not yet) being ready to/for
  33. je aantrekken
    to appeal to you
  34. aangeven
    to indicate
  35. gebeuren
    to happen
  36. beslist niet
    certainly not (b..)
  37. uiteindelijk
    in the end / after all (u..)
  38. aantrekkelijk
    appealing
  39. uitstellen
    to delay (u..)
  40. alvast
    already (a..)
  41. tevens
    at the same time (t..)
  42. inleveren
    to give up on
  43. vlot(te)
    easy (v...)
  44. de voldoening
    satisfaction
  45. besluiten
    to decide (b..)
Author
gunesomer
ID
133811
Card Set
5 EO.txt
Description
dutch
Updated