latijnwoorden.txt

  1. compleo, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    complevi, completus (complere) - vullen
  2. centurio, gen.
    centurionis - centurio (aanvoerder van honderd man)
  3. vestis, gen. (geslacht)
    vestis (vrl.) - kleding(stuk)
  4. ubi primum
    zodra (als)
  5. portus, gen.
    portus - haven
  6. funus, gen. (geslacht)
    funeris (onz.) - dood, begrafenis
  7. seu
    of, hetzij
  8. video, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    vidi, visus (videre) - zien
  9. tectum
    dak, huis
  10. neque
    en niet, ook niet, noch
  11. fax, gen. (geslacht)
    facis (vrl.) - fakkel
  12. illic (bijw.)
    daar
  13. relinquo, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    reliqui, relictus (relinquĕre) - verlaten, achterlaten
  14. classis, gen. (geslacht)
    classis (vrl.) - vloot
  15. maestus
    bedroefd
  16. vultus, gen.
    vultus - gezicht
  17. moles, gen. (geslacht)
    • molis (vrl.) - grote inspanning, moeite
    • massa, gevaarte
  18. traho, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    traxi, tractus (trahĕre) - trekken
  19. certus
    zeker
  20. spectaculum
    schouwspel
  21. aequo (inf.)
    (aequare) - gelijk maken, evenaren
  22. incertus
    onzeker
  23. ruina
    • instorting, ondergang
    • puinhoop
  24. imperator, gen.
    • imperatoris - opperbevelhebber
    • keizer
  25. tollo, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    • sustuli, sublatus (tollĕre) - optillen, opheffen
    • wegnemen
  26. nescio (inf.)
    (nescire) - niet weten
  27. edo, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    • edidi, editus (edĕre) - voortbrengen
    • uitgeven
  28. mille, mv.
    milia - duizend
  29. senatus consultum
    besluit van de senaat, senaatsbesluit
  30. sono (inf.)
    (sonare) - klinken
  31. ago, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    • egi, actus (agĕre) - voeren, drijven
    • doen, verrichten
    • (be)handelen
  32. species, gen.
    • speciei - aanblik
    • schijn, uiterlijk
  33. quasi
    • alsof, als het ware
    • zoals
  34. repente (bijw.)
    plotseling
  35. medicus
    dokter
  36. pius
    trouw, vroom, liefdevol
  37. abeo, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    abii, abitum (abire) - weggaan
  38. praefectus
    opzichter, aanvoerder, prefect
  39. valetudo, gen. (geslacht)
    valetudinis (vrl.) - gezondheid
  40. fingo, perf., participia
    passief van het perf. (inf.)
    • finxi, fictus (fingĕre) - vormen
    • verzinnen
  41. octavus
    achtste
  42. fallo, perf. (inf.) + welke naamval?
    • fefelli, fallĕre + acc. - bedriegen
    • ontgaan (aan)
  43. impius
    goddeloos
Author
Marius
ID
127957
Card Set
latijnwoorden.txt
Description
latijn woorden H 23
Updated