Sociale psychologie

  1. Schachter
    • H3
    • Methode:
    • Angstniveau manipuleren: vertellen dat dns elektroshocks krijgen
    • 2 Condities: hoge angst vs lage angst
    • Dnsschaal: aanduiden hoe erg opzien tegen exp
    • aanduiden hoe wachtperiode doorbrengen
    • (samen, alleen, onverschillig)
    • Resultaten:
    • hoge angst: 2/3 samen wachten
    • lage angst: 1/3 samen wachten
    • Conclusie:
    • Angst leidt tot affiliatie
  2. Gump en Kullik
    • H3
    • Bevestiging Schachter: in de conditie met hoge angst keken de deelnemers van de conditie met een gelijke ander langer naar elkaar dan de deelnemers van de conditie met een ongelijke ander
  3. Wrightsman
    • H3
    • Ozvraag:
    • effect van gezelschap tijdens wachten op pijn
    • Methode:
    • Dekmantel: effect van bloedsuikerspiegel op mentale activiteit (angstmanipulatie door inspuiting )
    • Drie condities : alleen , samen spreken, samen zwijgen
    • Meting: zelfbeschrijving angst voor en na de wachtperiode
    • Resultaten:
    • Angstreductie: geen significante ≠ tussen de condities, maar wel telkens angstvermindering erna
    • Angstevaluatie: ontstaan emotionele assimilatie
    • Samen zwijgen en samen spreken: lijken qua angst meer op elkaar na dan voor de wachttijd
    • Conclusie:
    • Angstreductiehypothese lijkt weerlegd
    • Groepsleden evalueren hun angstniveau door zich met anderen te vergelijken
    • Samen wachten leidt tot grotere emotionele uniformiteit
  4. Schachter
    • H3
    • Methode:
    • Dns in 3 verschillende hongertoestanden
    • Honger stillen in labo
    • Resultaten:
    • Grote hongerconditie; meer affiliatief
    • Conclusie:
    • Hongergevoel activeert affiliatiegevoelens
  5. Gilbert, Giesler en Morris
    • H3
    • Methode:
    • Dekmantel; invloed op concentratie op detectie schizofrenie
    • Zeggen van foto's lijden/zal lijden aan schizofrenie
    • OV1; prestatie andere psdn op instructievideo
    • OV2; cognitieve belasting
    • AV; zelfgerapporteerde vaardigheid na taak
    • Resultaten:
    • Cognitief belast; beinvloed door score psdn
    • Zelfgerapporteerde stemming; beter na zien slechte prestatie, slechter na zien goede prestatie
  6. Lundqvist en Dimberg
    • H3
    • Methode:
    • Dekmantel; oz naar verandering huidT op zien gezichten
    • Dia's met emoties
    • Elektroden om activiteit van gezichtsspieren meten
    • Resultaten:
    • Activiteit in spieren die rol spelen bij uitdrukkingen staan onder stimuluscontrole van emoties waarnemen
    • Conclusie:
    • We imiteren elkaars expressieve gedrag automatisch
  7. Strack, Martin en Stepper
    • H3
    • Methode:
    • dns met pen in mond of niet-schrijfhand lijnen verbinden
    • 3 condities; niet-lachen, lachen, neutraal
    • Resultaten:
    • cartoon in niet lachen minder leuk dan neutraal
    • cartoon in lachen leuker dan neutraal
  8. Kellerman, Lewis en Laird
    • H3
    • Methode:
    • 2 condities; kijken naar handen, kijken naar ogen
    • Resultaten:
    • Ogen; mogen elkaar meer
    • Handen; mogen elkaar niet meer
  9. Neumann en Strack
    • H3
    • Methode:
    • dns moesten filosofisch traktaat luisteren
    • manipulatie; blij/verdrietig, wel/geen bijkomende taak, aantrekkelijkheid lezer
    • Resultaten:
    • Blij; betere stemming
    • Emotionele besmetting
  10. Pennebaker en Skelton
    • H3
    • Methode:
    • ultrasoon geluid
    • manipulatie; T kan stijgen, dalen, constant blijven
    • Conclusie:
    • opgedrongen verwachtingen beinvloeden zelfrapporteringen van temperatuurveranderingen
  11. Kuo
    • H4
    • Methode:
    • Katten in homosociale isolatie grootgebracht
    • 6de dag-100dagen; moeder weggehaald, gezelschap muis (nooit moeder muis zien doden)
    • Om 4 dagen; muis uit kooi + nieuwe muis
    • Resultaten:
    • Geen enkele kat doodde een oude of nieuwe muis
    • Conclusie:
    • Externe manipulatie bepaalt samenleven
    • Externe heterosociale beïnvloeding kan maken dat de kat de muis doodt, zonder agressie met de muis speelt, bang is van de muis
  12. Cairns en Werboff
    • H4
    • Methode:
    • 5 verschillende rassen (1 maand) werden geplaats bij volwassen konijn
    • Om de dag weggenomen en teruggeplaatst
    • OV; contact, beperkt contact, geen gezelschapsdier
    • AV; verschil tussen jankdebiet bij aan of afwezigheid konijng
    • Resultaten:
    • Contact; meest jankverschil bij wegnemen konijn
    • Beperkt contact; meer jankverschil bij zonder gezelschapdier
    • Conclusie:
    • Scheiding die bij het begin niet pijnlijk was, nu wel
  13. Cairns 1
    • H4
    • Methode:
    • Lammeren homosociale banden ontwikkelen (4-8 weken)
    • OV; isolatie met hond/ooi
    • AV; T doolhof, ene arm ooi, andere hond
    • Resultaten:
    • Isolatie met ooi --> naar ooi
    • Isolatie met hond --> naar hond
    • Conclusie:
    • Heterosociale voorkeur is sterker dan sociale natuur
  14. Cairns 2
    • H4
    • Methode:
    • 4-5 maanden isolatie met gezelschapsdier, daarna partnerruil
    • (honden en ooien)
    • 7 weken met nieuwe partner
    • Testen in T doolhof (kiezen oude en nieuwe partner)
    • Resultaten:
    • Ooi; slechts enkele naar oude partner
    • Hond; bijna alle naar nieuwe partner

  15. Cairns 3
    • H4
    • Methode:
    • Gehechtheidsobjecten vervangen door objecten
    • 70 dagen contact met TV
    • AV; T doolhof met ooi en TV
    • Resultaten:
    • Meest TV toestel
  16. Grier
    • H4
    • Kuikens legden tweemaal zoveel afstand af richting fluittoon die ze gehoord hadden toen ze nog in het ei zaten
  17. Salzen en Cornell
    • H4
    • Methode:
    • Geverfde kuikens (groen, rood, geen verf)
    • AV; Y-testdoolhof met 3 zichtbare sociale groepjes (kleur)
    • Resultaten:
    • geisoleerd; minder vlug naar 1 van de 3
    • sociaal; voorkeur voor eigen kleur
  18. Pratt en Sackett
    • H4
    • Methode:
    • sociaal gestoord (geen contact) vs licht gestoord (visueel, auditief contact) vs sociaal normale aapjes (onbeperkt contact)
    • AV; kans om op bezoek te gaan bij anderen
    • Meting gemiddeld aantal sec pd bij socius blijft
    • Resultaten:
    • geen contact; minst contact
    • kiezen voor contacten die meest op hen lijken
  19. Saegert, Swap en Zajonc
    • H4
    • Methode:
    • meisjesstudenten samenwerken in labo
    • OV; aantal contactperiodes v 40 sec, viessmakende/lekkere oplossing
    • Resultaten:
    • contactperiodes; attractiviteit ifv herhaald contact
    • oplossing; aantrekkelijkheid niet afh v oplossing
  20. Harmon-Jones en Allen
    • H4
    • Ozvraag:
    • treedt exposure alleen op bij verbaal gehechtheidsgedrag
    • Methode:
    • Aanbiedingsfase; foto's van 10 vrouwen 5x getoond
    • Testfase; meting gehechtheidsgedag
    • Resultaten:
    • oude foto's; gunstiger beoordeeld
    • lachspier; oud; verhoogde activiteit
    • fronsspier; geen verandering
  21. Grush
    • H4
    • Onder bepaalde voorwaarden kon 83% van de winnaars voorspeld worden op basis van analyse van het herhaalde contact dat de kiezer, vooral via massamedia, met de verkozene had
  22. Schaffner
    • H4
    • Twee veldexperimenten in verband met de blootstellingsfrequentie van de naam van politieke verkiezingskandidaten en het aantal op die naam uitgebrachte stemmen
  23. Mita, Dermer en Knight
    • H4
    • Methode:
    • Rechtstreekse afdruk vs spiegelafdruk
    • Resultaten:
    • PP kiezen significant vaker hun eigen spiegelafdruk dan rechtstreekse afdruk
  24. Wilson
    • H4
    • Methode:
    • tekst voorgelezen + muziek
    • Resultaten:
    • herhaald zintuiglijk blootgesteld w aan de prikkel lijkt voldoende voorwaarde voor affectief contacteffect
  25. Asch (basis)
    • H6
    • Methode:
    • eenvoudige discriminatie taak
    • pp in groep met andere psdn, pp antwoord als laatste
    • 18 pb; 6 neutraal (juist), 12 cruciaal (fout)
    • Resultaten:
    • 1/3 antwoorden hetzelfde als psdn
    • 2/3 behouden hun autonomie
  26. Moscovici
    • H6
    • Methode:
    • 36 beoordelingsobjecten; kleurendia's
    • dns moesten kleurnaam beoordelen en lichtsterkte schatten
    • 3 condities; controle, consequent minderheidsblok (als eerste fout antwoord), inconsequent minderheidsblok (op toevallige wijze fout)
    • Resultaten:
    • Consequent; meer dns gaven een fout antwoord
    • Conclusie:
    • Volgehouden gedragsstijl van een minderheidsblok is een belangrijke voorwaarde voor creëren van responsconflict
  27. Wood, Lundgrun, Ouellette, Busceme en Blackstone
    • H6
    • Wanneer een individu zijn oordeel buiten het oog van minderheid of meerderheid uitbrengt, heeft de meerderheid nog steeds meer invloed
  28. Weaver, Garcia, Schwarz en Miller
    • H6
    • Methode:
    • Dns lazen fragment over het reserveren v open ruimte
    • OV;
    • fragment met 1 argument van 1 persoon
    • fragment met 3 argumenten van 1 persoon
    • fragment met 3 argumenten van 3 personen
    • Dns moeten standpunt groep schatten en hoeveel mensen voor waren
    • Resultaten:
    • Grotere schatting bij meer argumenten en meer personen
    • Conclusie:
    • Herhalen van een standpunt wekt de indruk dat meer groepsleden dat standpunt delen
  29. Nissani en Hoefler-Nissani
    • H6
    • Methode:
    • Dekm; nieuwe leermethode testen
    • Wtsers moesten inhoud van een bol bepalen adhv formule
    • Vervalste formule; conflict tussen geobserveerde inhoud en berekende inhoud
    • Resultaten:
    • Slechts 1 wtser die de formule niet gebruikte
    • Bijna iedereen stelde dus opvatting anderen boven wat ze met eigen ogen konden vaststellen
  30. Ross, Greene en House
    • H6
    • Methode:
    • Verzoek; rondlopen met bord; "toon berouw"
    • Dns moesten schatten hoeveel mensen dit verzoek inwilligden
    • Resultaten:
    • Degene die inwilligden dachten dat veel mensen dat ook hadden gedaan
    • Hetzelfde voor degene die niet inwilligden
  31. Monin en Norton
    • H6
    • Methode:
    • Tijdens een watercrisis oproep om niet te douchen
    • Resultaten:
    • Opvolgers; dachten dat meerderheid ook had opgevolgd
    • Niet volgers; dachten dat meerderheid niet had gevolgd
  32. Sheridan en King
    • H6
    • Methode:
    • Hondenpups shocks geven via pootjes met oplopende intensiteit
    • Resultaten:
    • 77% ging door tot PL hun stopte
    • Dns vertoonden tekenen van extreme stress
  33. Landis
    • H6
    • Methode:
    • Dekm; oz over beleving en expressie van emotie
    • Dns moesten witte rat onthoofden
    • Resultaten:
    • 68,2% voerde de taak uit
    • dns die weigerden, waren wel bereid toe te kijken
    • dns vertoonden tekenen van extreme stress
  34. Meeus en Raaijmakers
    • H6
    • Methode:
    • zware verbale mishandeling van een werkloze
    • verwijt 1 tot verwijt 15
    • fysiologische stressmeter aan psdn
    • als dn wilde stoppen; 4 gradaties van aansporing
    • controleconditie; dn kiest welke verwijten hij stuurt
    • Resultaten:
    • 91% ging door tot max verwijt
  35. Brief, Dietz, Reizenstein Cohen, Pugh en Waslow
    • H6
    • Methode:
    • Dekm; kandidaten marketingfunctie
    • Dnr moesten medeburger discrimineren
    • Helft kreeg brief (geen nieuwe die tot minderheidsgroepen behoort)
    • Resultaten:
    • Dns die brief hadden gelezen; minder zwarte kandidaten
  36. Meeus en Raaijmakers
    • H6
    • Methode:
    • Zware verbale mishandeling van een werkloze
    • MAAR wettelijke aansprakelijkheid vs niet aansprakelijk
    • Resultaten:
    • Aansprakelijk; 20% werkte af
    • Niet; 66% werkte verwijten af
    • Conclusie:
    • dnr brachten gedrag uit dat instrumenteel was om mogelijke schade voor henzelf te beperken
  37. West, Gunn en Cherniky
    • H6
    • Methode:
    • Detective gaf plannen aan studenten voor inbraak in een marketingbedrijf
    • 4 personen; detective, student en 2 handlangers
    • 3 condities;
    • controle; niet van plan iets te stelen
    • conditie 1; 2000 dollar voor hulp (juridische immuniteit)
    • conditie 2; in opdracht van belastingen
    • Resultaten:
    • controle; 10% ging akkoord
    • publiek belang; 5% ging akkoord
    • juridisch niet vervolgd; 45% ging akkoord
  38. Vorauer en Miller
    • H6
    • Methode:
    • student per 2 over hoe 1e jaars het best bevraagd werden over hun ervaringen aan de universiteit
    • Dn1 geinterviewd door dn2 en een + en - ervaring geven
    • Deze interviewmethode werd zogezegd vgl met vragenlijst
    • Resultaten:
    • Impliciete beinvloeding; dn1 kwam positiever over op dn2 als dn1 net tevoren een + vragenlijst had gelezen dan na het lezen van een - vragenlijst
    • Conclusie:
    • suggereert dat dns niet beseffen hoezeer hun zelfbeschrijvende gedrag gekleurd was door het gedrag van een medestudent
  39. Pronin, Berger en Molouki
    • H6
    • Methode:
    • Ondervragen v 40 studenten met iPod over meespelende argumenten bij aankoop
    • Resultaten:
    • Beweerden geen kwestie van conformisme
    • Sociale invloed eens benadrukken en dan minimaliseren
    • Conclusie:
    • Cruciale determinant van benadrukken of ontkennen sociale invloed is instrumentaliteit van dit gedrag voor het verwerven of in stand houden van een positief zelfbeeld, zowel tegenover zz als tegenover anderen
  40. Nemeth en Wachtler
    • H6
    • Methode:
    • Arbeidsongeval, vergoeding vragen werkgever
    • OV1; plaats toegewezen PL, zelf plaats kiezen
    • OV2; zitplaats hoofd tafel, zijkant
    • Eerst individueel, daarna met psdn (onbarmhartig standpunt)
    • Resultaten:
    • Plaats hoofd/zijkant had geen enkel effect
    • PL op hoofd nadelig effect voor macht psdn
    • Psdn aan hoofd; beinvloeden dns
  41. Reynolds, Catania en Skinner
    • H7
    • Methode:
    • duiven kregen graankorrels (positieve versterker) als ze de andere duif hadden aangevallen bij blauw licht (discriminatieve prikkel) en niet bij groen licht (S-delta)
    • Resultaten:
    • duiven leren elkaar bij blauw licht aan te vallen terwijl ze vreedzaam bij elkaar zaten zolang het groene licht brandde
    • Conclusie:
    • agressie kan instrumenteel geconditioneerd worden
  42. Berkowitz en Frodi
    • H7
    • Methode:
    • dns moesten via een hoofdtelefoon 24 lawaaistoten geven aan psdn
    • 3 condities; versterkingsconditie (PL; goe bezig), strafconditie (PL; te hard!), controleconditie (PL zei niets)
    • Hierna; essay verbeteren van tweede psdn, ook lawaaistoten, maar mochten kiezel hoeveel
    • Resultaten:
    • versterking; agressiever
  43. Stachnik
    • H7
    • Methode:
    • doel; agressie boetseren bij ratten en in stand houden
    • elektroden ingeplant in hersenen
    • versterkingscriterium richting agressief gedrag
    • aangevallen socius; kan agressief terugreageren of ontwijken
  44. O'Kelly en Steckle
    • H7
    • Methode:
    • twee ratten samen in een kooi en kregen simultaan via hun pootjes schokken
    • Resultaten:
    • ratten begonnen onmiddelijk te verchten wanneer ze via hun pootjes geschokt werden
    • Conclusie:
    • verband tussen simultaan reagerende partner en eigen pijn
  45. Ulrich en Azrin
    • H7
    • Methode:
    • ratten lichte schokken geven
    • bij toenadering schokken beindigen en intensiteit verminderen
    • Resultaten:
    • Ratten gingen elkaar gewelddadig te lijf voordat de PL de kans kreeg om de pijnprikkel uit te schakelen
    • Conclusie:
    • Antisociale reactie op pijn
  46. Berkowitz, Cochran en Embree
    • H7
    • Methode:
    • dekm; oz rond ongunstige werkvoorwaarden
    • dns moesten gedurende 2 periodes v 7min hand in koud of niet koud water houden
    • terwijl evalueren van 10 prestaties van leerling door op belonings-, straf-, of neutrale knop te drukken
    • Resultaten:
    • grotere agressiviteit bij lagere temperatuur
    • Conclusie:
    • invloed van een asociale aversieve prikkel op agressie
  47. Calhoun
    • H7
    • Methode:
    • Groepen van ratten binnen een beperkte leefruimte
    • Gedurende anderhalf jaar geobserveerd
    • Resultaten:
    • behavioral sink/gedragsriool; mannetjes maakten misbruik van de puinhoop door verhoogde agressie, kannibalisme,abnormaal seksueel gedrag,...
    • Conclusie:
    • negatieve effecten van bevolkingsdichtheid w meestal bepaald door gelijktijdige inwerking van andere situationele factoren
  48. Storms en Thomas
    • H7
    • Methode:
    • men liet een psdn 5 min lang ofwel vriendelijk ofwel onvriendelijk praten met dns op persoonlijke of intieme afstand
    • Resultaten:
    • vriendelijke; w positiever gewaardeerd
    • afstand; kleine afstand maakt verschil
    • Conclusie:
    • zelfs een schending van de onzichtbare grenzen van iemands persoonlijke ruimtebel lokt dus niet altijd en zieker niet reflexmatige agressie uit
  49. Zechmeister, Garci, Romero en Vas
    • H7
    • Methode:
    • dns moesten olv PL taak uitvoeren die zogezegd deel uitmaakte van een intelligentietest
    • na taak; verteld dat ze slechter dan gemiddeld hebben gedaan
    • daarna; PL zei dat ze per ongeluk verkeerde taak had
    • - PL lichte de begeleidster al dan niet in
    • - dus begeleidster nam al dan niet feedback terug
    • - PL bood al dan niet haar excuses aan
    • Schriftelijke evaluatie van PL en begeleidster
    • Resultaten:
    • ongedaan maken - feedback; geen invloed
    • verontschuldiging; invloed
    • Conclusie:
    • zolang de PL zich niet verontschuldigd had, was het onduidelijk wie de verantwoordelijkheid had voor de fout, als ze de fout wel toegaf werd dit duidelijk en kreeg ze een slechte beoordeling
  50. Ader en Tatum
    • H1
    • Methode:
    • tafel met drukknop + elektroden aangebracht
    • alleen vs sociaalconditie
    • meten latentietijd
    • Resultaten:
    • sociale belemmering/inhibitie
  51. Pessin
    • H1
    • Methode:
    • voorspellen wat het volgende woord is
    • alleen vs sociale conditie (PL keek toe)
    • Resulaten:
    • sociale belemmering
  52. Gates en Allee
    • H1
    • Methode:
    • lichtschuwe kakkerlakken in E-doolhof met ergens donkere plek
    • alleen vs coactieve conditie (2 en 3 kakkerlakken)
    • Resultaten:
    • sociale belemmering; gemiddelde tijd steeg
  53. Allee en Masure
    • H1
    • Methode:
    • Parkieten moeten eten en licht zoeken
    • Alleen vs coactieve conditie
    • Resultaten:
    • sociale belemmering; sneller in alleenconditie
  54. Chen
    • H1
    • Methode:
    • nestbouwend gedrag bij mieren
    • 3 periodes; alleen, per 2, per 3
    • Resultaten:
    • sneller en meer nestmateriaal in coactieve condities
  55. Travis
    • H1
    • Methode:
    • stift tegen draaischijf houden
    • 5x alleen, 10x passief publiek
    • Resultaten:
    • pp presteerde beter met passief publiek
    • Conclusie:
    • sociale facilitatie
  56. Bayer
    • H1
    • Methode:
    • eetgedrag bij kippen
    • aanwezigheid door anderen
    • Resultaten:
    • kippen eten meer bij aanwezigheid van anderen
  57. Harlow
    • H1
    • Methode:
    • ratten eten om de dag alleen/coactief
    • Resultaten:
    • meer eten bij coactieve conditie
  58. Gates, Allee, Ader en Tatum
    • H1
    • ontsnappen aan aversieve prikkel w geinhibeerd door aanwezigheid van ander
  59. Hosey, Wood, Thompson en Druck
    • H1
    • Methode:
    • snelheid duizendpoten om te ontsnappen aan aversieve lichtprikkel
    • alleen vs coactief (2)
    • Resultaten:
    • sneller in coactieve conditie
  60. Allport
    • H1
    • Methode:
    • 5 taken waarin vermoeidheid, competitie en vergelijking van resultaten uitgeschakeld werden; doorstreeptest, perspectiefomkeringtaak, vermenigvuldigen uit het hoofd, vrije associatietaak, redeneertaak
    • alleen vs coactief
    • Resultaten:
    • facilitatie EN belemmering
  61. Zajonc en Sales
    • H1
    • Methode:
    • dekm; subliminale perceptie
    • fase 1; turkse woorden zeggen (ene meer dan ander)
    • fase 2; pseudoherkenningstaak (woordflits; welk woord?), eigenlijk geen woord, maar lijntjes
    • alleen vs passief
    • Resultaten:
    • a & p; dominant komt meer voor
    • p; meer dominante responsen
  62. Goldman
    • H1
    • Methode:
    • fase 1; opsschrijven aantrekkelijkste kleur --> vaststellen dominante kleurvoorkeurrespons
    • fase 2; kiezen aantrekkelijkste kleur
    • alleen vs coactief (4)
    • Resultaten:
    • dominante respons hoger in coactief
  63. Martens
    • H1
    • Methode:
    • motorische taak leren
    • meten zweetklieren
    • aleen vs passief
    • Resultaten:
    • meer arousal in passief
    • sociale belemmering
  64. Bell, Loomis en Cervone
    • H1
    • Methode:
    • meten bloeddruk bij motorische taken
    • alleen vs passief
    • Resultaten:
    • hogere bloeddruk bij passief
    • sneller reactie; facilitatie
  65. Cottrell, Wack, Sekerak en Rittle
    • H1
    • Methode:
    • hernemen pseudoherkenning van turkse woorden
    • 3 condities; alleen, toekijken publiek en blote aanwezigheid ( passief)
    • pseudodeelnemers
    • Resultaten:
    • toekijkend; toename dominante responsen
    • blote aanwezigheid; geen verschil
    • Conclusie:
    • potentieel beoordelende anderen zorgen voor reactie
    • Kritiek:
    • bediening dia's in alle condities op 2m afstand
  66. Zajonc, Heingartner en Herman
    • H1
    • Methode:
    • kakkerlakken in doolhof
    • evaluatievrees voldoende?
    • moeilijk (kruis) /makkelijk (recht) doolhof
    • alleen, passief, coactief
    • Resultaten:
    • kruis; belemmering
    • recht; facilitatie
  67. Markus
    • H1
    • Methode:
    • dekm; oz naar groepsprocessen
    • 3 condities; alleen, blote aanwezigheid, toekijkend
    • meten tijd nodig voor moeilijke en makkelijke taken
    • moeilijke taak; labojas aan en uitdoen
    • makkelijke taak; eigen schoenen aan en uit doen
    • Resultaten:
    • bloot; moeilijk; belemmering
    • bloot; makkelijk; facilitatie
  68. Schmitt, Gilovich, Goore en Joseph
    • H1
    • Methode:
    • dekm; experiment over sensorische deprivatie
    • makkelijk; naam intypen
    • moeilijk; naam achterstevoren met cijfers tussen
    • 3 condities; alleen, blote aanwezigheid, evaluerende ander
    • Resultaten:
    • aanw; mak; facilitatie
    • aanw; moei; belemmering
  69. Thomas, Sitka, Christen en Jurgena
    • H1
    • Methode:
    • oz naar manier waarop dns de PL beoordelen
    • PL gedroeg zich vriend of onvriend
    • vragenlijst invullen
    • alleen vs coactief
    • Resultaten:
    • vriend; positiever beoordeeld
    • extremer in coactief
  70. Corteen en Wood
    • H2, KC
    • Methode:
    • schokken bij stadsnamen
    • fase 1; leerfase (schokken)
    • fase 2; concentratietest (zelfde, maar geen schokken, meten huidrespons)
    • Resultaten:
    • stadsnamen lokken huidrespons uit
    • Conclusie:
    • ook andere stadsnamen, prikkelveralgemening
  71. Baeyens, Eelen en Van Den Bergh
    • H2, KC
    • Methode:
    • foto's beoordelen
    • kiezen onaantr, aantr, neutraal
    • gezichten tonen in paren
    • opnieuw beoordelen
    • Resultaten:
    • gericht gepaard met aantr > aantr
  72. Staats en Staats
    • H2, KC
    • Methode:
    • zinloze lettergrepen gevolgd door woorden met pos of neg betekenis
    • Resultaten:
    • zinloze lettergrepen krijgen gunstige of ongunstige evaluatieve betekenis
  73. Zanna, Kiesler en Pilkonis
    • H2, KC
    • Evaluatieve conditionering bij woorden en schokken
  74. Svartdal
    • H2, OC
    • Methode:
    • dekm; nauwkeurigheid schatten kracht
    • echt; gedragsverandering ifv beloning en straf
    • knop drukken met kracht 2kg
    • fase 2; helf harder/zachter
    • Resultaten:
    • pp die minder hard geduwd hadden zeiden harder geduwd
  75. Insko
    • H2, OC
    • Methode:
    • telefonisch interview over feestweek
    • helft goed zeggen als gunstig gevolg
    • helft goed zeggen als ongustig gevolg
    • Resultaten:
    • studenten meer gunstig of ongunstig naargelang bekrachtiging
  76. Doob en Gross
    • H7
    • Methode:
    • oz over het blijven staan voor een groen licht
    • Resultaten:
    • als het ging om een auto met lage status, werd er sneller en vaker getoeterd dan bij een auto met een hoge status
    • zowel M al V reageerden agressiever tegen V
  77. Harris
    • H7
    • Methode:
    • oz over het voordringen in een wachtrij
    • hoge status-lage status kledij
    • bij ofwel V of M
    • op 3de of 12de plaats
    • Resultaten:
    • 3de plaats; agressiever
    • lage status; kregen het harder te verduren
    • zelfde geslacht; meer agressie
  78. Donnerstein en Wilson
    • H7
    • Methode:
    • dns moesten kort essay schrijven dat door psdn werd beoordeeld door evalutatie en elektrische schokken
    • condities; provocatie (ongunstig en 9 schokken), provocatieloos (gunstig en 1 schok)
    • daarna; psdn moest taken uitvoeren (20x fout, 10x juist), bij elke fout; dn moet schok geven
    • tijdens leraartaak kreeg dn luide of minder luide lawaaiprikkels (asociale aversieve stimulus)
    • Resultaten:
    • niet geprovoceerd; schokken van lage intensiteit, lawaai had geen effect
    • geprovoceerd; schokken van hogere intensiteit, lawaai activeerd agressieve reacties
  79. Baron en Kepner
    • H7
    • Methode:
    • 2 psdn; 1 leerling, 1 leraar en echte dn ook leraar
    • bij fout; schokken toedienen naar keuzeleerling maakte verbale provocatie
    • condities; controle (dn eerst leraar), niet en wel agressief model (psdn rol van leraar)
    • Resultaten:
    • gedrag geprovoceerde dns verschilde ifv het gedrag eerste leraar
    • intensiteit schokken nam toe (onafh van sociale beinvloeding)
  80. Baron
    • H7
    • Methode:
    • dn kon kiezen welke schokken hij gaf en beschikte over psychoautonome pijnmeter
    • helft kon kijken op apparaat, andere helft niet
    • Resultaten:
    • niet geprovoceerd; vermindering van agressie
    • geprovoceerd; toename agressie
  81. Berkowitz en Lepage
    • H7
    • Methode:
    • manipulatie van provocatie en aanwezigheid van een wapen
    • dn en psdn schreven essay die door ander werd beoordeeld
    • psdn gaf als eerste evaluatie door 1 ofwel 7 schokken
    • als rollen omgekeerd; lag er niets, ofwel geweer waarbij verteld werd dat die ofwel gebruikt werd door de andere deelnemer of dat die van niemand was
    • controle; dn werd geprovoceerd en badmintonrackets op tafel
    • Resultaten:
    • geprovoceerden; wapens vergemakkelijkten agressie en worden ook reflexmatig ontlokt als voorw prikkels
    • niet-geprovoceerden; wappens agressieonderdrukkend
  82. Leyens en Parke
    • H7
    • Methode:
    • studenten kregen 5 dia's te zien met ofwel wapen ofwel scheidsrechterfluitje ofwel doos chocomelk
    • Resultaten:
    • niet geprovoceerd; reageren niet anders op alle dia's
    • geprovoceerd; reageerden agressiever
  83. Berkowitz en Geen
    • H7
    • Methode:
    • effect van zien van agressieve film en provocatie
    • gunstige of ongunstige manipulatie essay (provocatie)
    • ene helft; niet agressieve film, andere helft; agressief
    • psdn stelde zich voor als hoofdpersonage film
    • dn mag essay psdn beoordelen
    • Resultaten:
    • niet geprovoceerd; film, voornaam geen invloed
    • geprovoceerd; agressie nam toe, ook als film niet agressief
  84. Berkowitz en Frodi 1
    • H7
    • Methode:
    • dns w geprovoceerd door psdn2
    • samen met psdn1 kind verzorgen met aantrekkelijk of onaantrekkelijk gezicht
    • kind beoordelen op een huistaak
    • nadat vader moeder provoceerde, kreeg moeder opdracht kind te straffen met aversieve geluidsprikkels
    • Resultaten:
    • onaantrekkelijk kind werd zwaarder gestraft, maar niet als minder intelligent beoordeeld
    • Conclusie:
    • agressieve gedrag tegenover kind stond vooral onder controle van de sociaal aversieve prikkel ivm het uiterlijk
  85. Berkowitz en Frodi 2
    • H7
    • Methode:
    • zie experiment 1
    • tienjarig kind werd vervangen door een jongen die in de helft van de gevallen stotterde
    • Resultaten:
    • stotterend kind 2x zo hard gestraft
    • Conclusie:
    • sociaal onwenselijke fysieke eigenschappen werken agressiefaciliterend omdat ze functioneren als aversieve prikkels
  86. Fenigsten en Buss
    • H7
    • Methode:
    • dns werden beledigd ofwel niet
    • kans om zich uit te reageren op een derde, die zogezegd vriend was van provocateur ofwel niet
    • Resultaten:
    • dns die geprovoceerd werden waren agressiever, ongeacht het slachtoffer nu de vriend was van de provocateur of niet
  87. Pederson, Gonzales en Miller
    • H7
    • Methode:
    • dekm; 2 studies, een over invloed v storende factoren en een over hoe goed mensen visuele en auditieve info kunnen integreren
    • studie 1;ene helf werd geprovoceerd vervelende muziek en beledigd door PL
    • studie 2; PL las meerkeuzevragen, helf versprak ze zich en las zeer snel, dns kregen te horen dat ze niet goed gepresteerd hadden
    • dns mochten beslissen PL in dienst nemen of niet
    • Resultaten:
    • niet geprovoceerd; geen agressie
    • geprovoceerd; ongustigere evaluatie
  88. Azrin
    • H7
    • allerlei proeven met duiven en aapjes
  89. Donnerstein en Wilson
    • H7
    • Methode:
    • dns moeten essay schrijven, daarna wiskundige problemen oplossen
    • helft terwijl harde lawaaistoten, konden stop zeggen als te hard (subjectieve macht), maar PL zei wel dat hij het apprecieerde moesten ze geen stop zeggen
    • sociale provocatie door schokken
    • Resultaten:
    • niet geprovoceerd; geen affect op agressie
    • subjectieve macht; neutraliseerde agressieverhogende effect van lawaai
    • geprovoceerd; geen hogere schokintensiteit bij subjectieve macht, maar wel bij geen macht
  90. Warburton, Williams en Cairns
    • H7
    • Methode:
    • dekm; smaaktest
    • twee psdn
    • PL ging even weg en de 3 personen zaten alleen in zaal
    • een van de psdn nam een bal uit een mand en gooide hem naar dn en psdn
    • 2 condities; uitsluiting (dn kreeg bal 3x) en geen uitsluiting (dn mocht hele tijd meedoen)
    • dn werd in aparte ruimt gebracht waar hij harde lawaaistoten kreeg; helft had geen controle en stoten waren onvoorspelbaar, andere helft kon op een knop bepalen wanneer lawaaistoot
    • daarna; smaaktest, beoordelen crackers
    • daarna; hot sauce procedure, dns moesten pikante saus in beker doen en mochten hoeveelheid zelf bepalen, dns waarvoor ze dit deden hielden niet van pikant (meting van agressie)
    • Resultaten:
    • dns die meer uitgesloten waren en oncontroleerbaar lawaai hadden gehoord gaven meer hete saus
    • Conclusie:
    • vicieuze cirkel kan optreden, spiraal van uitsluiting en agressie
  91. Anderson
    • H7
    • onderzoek naar de effecten van agressieve computerspellen op agressieve gedachten, gevoelens en overte gedragingen
  92. Latané en Darley
    • H8
    • verschillende onderzoeken over altruistisch gedrag:
    • oz of de aanwezigheid van nog een of meer dns het prosociale gedrag van de dn zou beinvloeden (door het signaleren van mogelijk gevaarlijke rook aan personen die het gevaar zouden kunnen bezweren)
    • oz naar de veralgemeenbaarheid van de sociale belemmering van het helpen
    • oz naar de mogelijkheid dat een omstander minder gemakkelijk helpt als hij alleen voor een booswicht staat dan als er meerdere getuigen zijn
    • oz naar het helpen van mensen als ze weten dat andere mensen ook staan te kijken
    • oz naar het helpen van mensen waarmee ze kennis gemaakt hebben als ze weten dat andere mensen ook staan te kijken
    • oz naar ontwijkingsgedrag, mensen minimaliseren de nare gevolgen vaak of de ernst van de situatie
  93. Blair, Thompson en Wuensch
    • H8
    • Methode:
    • er werd een vraag per mail gestel
    • er was een verschil in de mail, nl het aantal geadresseerden
    • na twee weken werden de beantwoordde mails, met en zonder antwoord en de niet beantwoorde mails geteld
    • Resultaten:
    • mail sturen naar meerdere mensen tegelijk niet efficient
    • omstanderseffect
  94. Garcia, Weaver, Moskowitz en Darley
    • H8
    • Methode:
    • dns moesten zich voorstellen dat ze een diner gewonnen hadden
    • aan de eerste groep werd verteld dat het ging om een diner met 10 vrienden, aan de tweede groep om een diner met 1 vriend
    • controlegroep; geen voorstelling van diner
    • ze werden verteld dat in de andere ruimte een experiment doorging waarvoor ze nog deelnemers zochten, er werd gevraagd gedurende hoeveel tijd ze wilden meedoen
    • Resultaten:
    • dns die zich geen diner hadden voorgesteld; 3,8 min
    • 1 vriend; 4,9 min
    • 10 vrienden; 2 tot 3
    • Conclusie:
    • priming blijkt voldoende te zijn
  95. Wiesenthal, Austrom en Silverman
    • H8
    • Methode:
    • omstandereffect bij een oproep in collegezalen om geld te doneren
    • Resultaten:
    • bedrag per persoon correleerde negatief met aantal aanwezigen
  96. Darley en Batson
    • H8
    • Methode:
    • seminaristen ondergingen persoonlijkheidstests ivm religiositeit
    • OV1; tekst lezen; parabel of uiteenzetting over hoe best mts geestelijk dienen
    • Vervolgens moesten ze een sermoen van 3-5 min houden
    • OV2; de PL liet voelen hoe erg de dn zich moest haasten naar het gebouw voor zijn sermoen
    • net voor het gebouw lag een levenloos persoon, deze hoestte als de dn naderde
    • Resultaten:
    • weinig haast; 2/3 hielp
    • haast; 1/10 hielp
  97. Maner, De Wall, Baumeister en Schaller
    • H8
    • Methode:
    • manipuleren van sociale uitsluiting
    • creativiteit van partner op een taak beoordelen door 0 tot 5 dollar te geven, overige geld in pot en verdeeld worden onder oa de dn
    • gunstige beoordeling is prosociaal gedrag
    • manipumeren of dn verwachtte met de nieuwe partner te moeten interageren
    • Resultaten:
    • als dn verwachtte te moeten interageren, gaf hij meer geld na sociale uitsluiting dan wanner ze niet werden uitgesloten
    • als ze dit niet verwachtten, schonken ze minder na sociale uitsluiting
    • Conclusie:
    • sociale uitsluiting belemmert en bevordert prosociaal gedrag, afhankelijk van de instrumentaliteit van dit gedrag om nieuwe bondgenoten te vinden
  98. Kurt, Wilson en Zajonc
    • H4
    • Methode:
    • visuele prikkels herhaaldelijk getoond (8hoeken)
    • fase 1; 10 8hoeken 5x zeer kort aangeboden
    • fase 2; 10 paren 8 hoeken, telkens oud + nieuw
    • mooiste kiezen, reeds aangebodenfiguur aanduiden en zekerheid keuze aangeven
    • Resultaten:
    • herkenning oude veelhoeken niet hoger dan op toeval te verwachten was
    • meer oude dan nieuwe als mooiste
  99. Harrison
    • H4
    • Methode:
    • exp Turkse woorden, maar dan Chinees
    • na frequentiemanipulatie; opdracht om bij elke prikkel vrije associatie te geven (maatstaf voor onderstelde antwoordcompetentie)
    • hoge competentie; langer duren voor een respons dominant w
    • lage competentie; een bepaalde responstendens vlugger uitgebracht
    • prikkels w gecontrabalanceerd; mak=moei
    • Resultaten:
    • latentietijd voor vrije associatie met hoge aanbiedingsfrequentie was duidelijk lager
  100. Maitlin
    • H4
    • Methode:
    • pp kreeg zinledige turkse woorden die ze harop moesten uitspreken
    • aanbiedingsfrequentie constant
    • verschillende manipulaties aan de woorden
    • Resultaten:
    • hogere responscompetitie; laagste gunstigheid, zowel voor betekenis als aantrekkelijkheid
    • geen verschillen tussen gunstigheid vd reactie op woorden met lage c en woorden zonder c
    • Conclusie:
    • aannemelijk dat herhaald contact met een nieuw object de c laat afnemen en dat die vermindering van c leidt tot een toename van de aantrekkelijkheid
  101. De Casper en Fifer 1
    • H4
    • Methode:
    • in kraamkliniek registreren van stem van verschillende moeders
    • uren na bevalling gaan testen
    • AV; zuigdebiet van de boreling tijdens horen van stem
    • Resultaten:
    • het gedrag van de borelingen kwam onder controle te staan van de moedereigenschappen van geluidsprikkels
    • moederstem; sneller zuigen
  102. De Casper en Fifer 2
    • H4
    • Methode:
    • via hoofdtelefoon prikkel A (geluid) afgewisseld met prikkel B (stilte)
    • helft van pp; sneller zuigen onder prikkel A > onmiddelijk moederstem (discriminatieve stimulus), sneller zuigen onder prikkel B > onmiddelijk vreemde stem (S-delta voor eigen moederstem)
    • andere helft; stilte prikkel = discriminatieve stimulus, geluid prikkel = s delta
    • Resultaten:
    • zuiggedrag onder discriminatieve stimuli was groter dan zuiggedrag onder S-delta
    • voorkeur voor de stem van de moeder
  103. Harlow
    • H4
    • Methode:
    • 8 aapjes, kort na geboorte bij moeder weg en met 2 poppen opgesloten
    • zachte pop vs harde pop
    • geen eten vs eten
    • Resultaten:
    • voorkeur voor zachte pop
  104. Harlow en Zimmerman
    • H4
    • Methode:
    • 4 aapjes werden vanaf de geboorte uitsluitend bij de harde of zachte moeder opgevoed
    • Resultaten:
    • zachte moeder; aapjes hangen er meer aan
    • harde moeder; ontwikkeling gehechtheid langer
  105. Aluisi en Adams
    • H4
    • Methode:
    • esthetische eigenschappen van visueel aangeboden geisoleerde letters
    • Resultaten:
    • hoe hoger frequentie van bloot herhaald contact met een letter, hoe aantrekkelijker
  106. Zajonc, Markus en Wilson
    • H4
    • Methode:
    • Kuikens w geboren in donker en blijven daar gedurende hele proefopzet
    • aangeboden prikkels zijn 4 soorten objecten; groene kegel, rode balk, gele bol en blauwe wigvormige balk
    • OV; frequentie aanbieding balk
    • Resultaten:
    • controle; geen verschil in aantal noodgepiep tijdens aan- of afwezigheid objecten
    • andere conditie; bij alle kunstmoeders sterk verminderd noodgepiep
  107. Brehm
    • H5
    • Methode:
    • studenten die meewerken aan een consumentenoz kregen uitleg over 8 waardevolle objecten
    • eerste/predecisiemeting; aantrekkelijkheid aanduiden op puntenschaal
    • daarna als dank kiezen uit 2 door PL gekozen objecten
    • postbeslissingsmeting; tweede evaluatie objecten
    • condities; 2 obj dicht bij elkaar, 2 obj ver uit elkaar, obj gekozen door PL (controle)
    • Resultaten:
    • verkozen alternatief; positiever, verworpen; negatiever
    • controle; aantr ongewijzigd
  108. Aronson en Carslmit
    • H5
    • Methode:
    • 4jarige peuters individueel gedurende korte tijd met 5 nieuwe stukken speelgoed
    • ordenen in aantrekkelijkheid
    • PL laat 2e meest aantr op tafel liggen, overige op vloer
    • PL verlaat kamer
    • condities; niet met speelgoed op tafel spelen; dreigen met harde straf, dreigen met milde straf en geen verleiding (controle, PL nam 2e stuk mee)
    • terugkeer; opnieuw kans op met 2e stuk te spelen
    • Resultaten:
    • in geen enkel conditie werd verbod verbroken
    • milde straf; 2e stuk lager gerankt
    • Conclusie:
    • verboden vrucht enkel voor dns in dreiging met milde straf gemiddeld minder aantrekkelijk geworden
  109. Festinger en Carlsmith
    • H5
    • Methode:
    • fase 1; elke dn verwierf ongunstige attitude tegenover individueel uitgevoerde zinledige taak die zeer eentonig en vermoeiend was
    • fase 2; op geloofwaardige wijze toebrengen om een student te vertellen dat hij de taak zeer plezier vond
    • 2 beloningcondities; 1 & 20 dollar
    • fase 3; attitudeverandering tegenover taak meten
    • controle; moesten niet liegen en kregen geen beloning
    • Resultaten:
    • 1 dollar; attitude pos gewijzigd
    • 20 dollar; attitude niet gewijzigd
  110. Cohen
    • H5
    • Methode:
    • fase 1; ongunstige attitude tav politietussenkomst op campus
    • fase 2; pleidooi schrijven ten gunste van politie
    • 4 beloningscondities; 50 cent, 1 dollar, 5 dollar, 10 dollar
    • controle; niet verzocht opstel te schrijven en geen beloning
    • fase 3; meten afhankelijke variabele
    • Resultaten:
    • hoe minder betaald, hoe meer ze hun attitude veranderen in de richting van de misleidende communicatie
  111. Helmreich en Collins
    • H5
    • Methode:
    • identificeerbare karakter van pleidooi manipuleren
    • dns werken mee bij het klaarmaken van een video of audioband voor studenten die les kregen over geboorteregeling
    • dns zijn op voorhand erg tegen staatsinmenging in gezinsplannen
    • dns moesten een kort onoprecht pleidooi adhv standpunten
    • lage en hoge beloning
    • Resultaten:
    • schijnbaar grondige attitude kon grondig w beinvloed
  112. Nuttin en Beckers
    • H5
    • Is het mogelijk onder minimale beloningsvoorwaarden een belangrijke attitude te beinvloeden in de richting van het contra-attitudinale pleidooi?
    • Is het effect groter als de identificeerbaarheid van de verdediger maximaal is?
  113. Miller en Levy
    • H5
    • zwaarlijvige vrouwen die zogezegd onopzettelijk door psdn bespot werden om hun zwaarlijvigheid
    • bij ontstellende prikkels treed meer attitudeverandering op in de richting van de ontvangen boodschap
  114. Gawronski, Bodenhausen en Becker
    • H5
    • Methode:
    • affective priming test om postdecisierevaluatie van objecten te meten
    • eerste helft; 2 kunstfoto's aantal keer aangeboden, daarna positief of negatief woord, dns moesten zo snel mogelijk zeggen of woord naar pos of neg verwees, als dank afdruk van foto die ze willen hebben
    • tweede helft; vergelijkbare primes en targets als in eerste helft
    • Resultaten:
    • 2 foto's in eerste helft eerder gunstig beoordeeld
    • Responstijden voor negatieve woorden langer dan voor positieve
Author
demchar
ID
126081
Card Set
Sociale psychologie
Description
Experimenten
Updated