examen jargon.txt

  1. to declare
    verklaren
  2. their number decreased [increased]
    [doen] afnemen [toenemen]
  3. from line 1 you can deduce that
    afleiden
  4. to define
    bepalen /definiëren
  5. to be directed against
    gericht zijn tegen
  6. What distinction does the writer make when..?
    onderscheid
  7. the article deals with...
    gaat over; handelt over
  8. to deny
    ontkennen
  9. to derive from
    ontlenen aan / halen uit
  10. he disapproves of this fact...
    afkeuren
  11. Whose interests are disregarded here?
    veronachtzaamd; geen rekening mee gehouden
  12. determine
    vaststellen / besluiten
  13. determined
    vastbesloten
  14. ...is due to...
    het gevolg van; te wijten aan
  15. to encourage
    aanmoedigen
  16. editor
    redacteur (kist berichten voor krant+past ze aan)
  17. emphasis/ stress
    nadruk
  18. it enables the writer to...
    in staat stellen
  19. environment
    milieu, omgeving
  20. what is the essence of...
    het wezenlijke belang; de essentie
  21. at the expense of...
    ten koste van
  22. eventually
    uiteindelijk
  23. evident
    duidelijk, klaarblijkelijk
  24. to some extent
    tot op zekere hoogte
  25. What is expressed in lines 8-9?
    uitdrukken; duidelijk maken
  26. in favour of
    ten gunste van , ergens voor zijn
  27. feature
    kenmerk, (gelaats)trek
  28. from lines 8-9 you can gather that...
    afleiden
  29. handle an affair
    omgaan met
  30. headline
    krantenkop
  31. what do lines 8-9 illustrate?
    illustreren; toelichten
  32. what does the writer imply?
    suggereren; laten doorschemeren
  33. the word...indicates that...
    aangeven
  34. what could be inserted between...?
    tussenvoegen
  35. to insist
    erop staan / volhouden
  36. how is...to be interpreted?
    moet worden opgevat
  37. issue
    kwestie/probleem
  38. judging from lines 8-9
    naar...te oordelen; op grond van
  39. to justify
    rechtvaardigen / goedpraten
  40. likely / probably
    waarschijnlijk
  41. how does he look upon the fact...?
    tegenoverstaan; beschouwen
  42. mainly
    voornamelijk/vooral
  43. (a) means
    middel(en)
  44. what are lines 8-9 meant to illustrate?
    bedoeld zijn om te; willen
Author
Marius
ID
100853
Card Set
examen jargon.txt
Description
en examen jargon p 2
Updated